De Behulpzame Bedelaar[]
Terwijl de rest van het gezelschap zich 's avonds ten ruste legden in de Rode Kruk besloot Greruk alleen op onderzoek uit te gaan. De half-orc begaf zich naar de stadspoort. Hier struikelde hij bijna over de slapende gestalte van een oude sloeber genaamd Niels de Hoop. Niels bleek een uiterst hoffelijke hobo te zijn met een schat aan nuttige informatie over hoe Hemschlot en Stuur ongemerkt de stad zouden kunnen zijn binnengekomen. De opties waren omkoping van de wachters, over het water of via een tunnel die beheerd wordt door de Handdruk, een lokale boevenbende. Greruk beloonde de vriendelijke vagebond met 5 goudstukken en vertelde hem dat hij verbleef in de Rode Kruk voor als de landloper ooit in de problemen mocht komen met het Duister. De volgende dag ontmoette ook Ofuk'n de prettige pauper. Nadat hij eerst racistisch werd bejegend door de stadswacht leerde de exoot van Niels waar in Magnimar zijn vrienden verbleven.
Wijken voor de Wacht[]
Ofuk'n vond zijn metgezellen weer aan de ontbijttafel in de Rode Kruk. Dit heugelijke samenkomen werd goed gevierd met enkele koude glazen ossemelk. Het feest was echter van korte duur: niemand anders dan Niels de Hoop kwam onze helden waarschuwen dat de stadswacht op weg was naar de herberg. De avonturiers besloten deze confrontatie maar te vermijden: terwijl Kaddrion de vermoorde onschuld speelde tegenover de wachters ontvluchtte de rest de kroeg via het raam. De groep besloot onderdak te zoeken bij de familie Kaddren, bij wie Kaddrion in dienst is. Hier konden zij meteen spreken met Nils Veder, een kruimeldief die ook werkzaam is voor de familie.
Na een korte sluiptocht door de stad arriveerde het gezelschap bij het landhuis van de Kaddrens. Hier verzocht Kaddrion een onderhoud met de vrouwe des huizes. Vrouwe Kaddren was verheugd om de elf weer te zien een bood onze helden onderdak aan. Ook zou zij de sheriff van Magnimar, Tinus Vastor, vragen de situatie op te komen helderen. Zo geschiedde: de sheriff werd ontboden bij het familiehuis en de lucht werd geklaard. Onze vrienden konden zich weer veilig door de stad begeven.
Nog een Niels[]
Kaddrion vond Nils Veder in het bediendenverblijf van de familie Kaddren. De kleine schavuit vroeg Kaddrion hem 's avonds laat te ontmoeten in de Zompige Spons, een lichtelijk ongure kroeg. De elf stemde hiermee in, maar hij ging niet alleen: zijn vier vrienden gingen eerst en stelden zich verdekt op aan weerszijden van de herberg terwijl de elf in zijn eentje aan de toog plaatsnam. Na enige tijd wachten kwam een straatjoch hem vertellen met hem mee komen. De elf deed dit, terwijl zijn makkers op een kleine afstand volgden. Het diefje leidde Kaddrion naar een steegje met een deur, waar zij naar binnen gingen. Dit bleek het hoofdkwartier te zijn van de Grijze Katers, een bende zakkenrollers waar Nils Veder de leider van was. Nils vertelde Kaddrion dat zijn bende problemen heeft met de Handdruk en dat zij enkele Grijze Katers gevangen hielden. Verder zou de Handdruk ook geassocieerd zijn met Hemschlot en Stuur. Volgens Nils hield de Handdruk zich op in een pakhuis aan de Rattengang.
Pyromanie in het Pakhuis[]
Na de ontmoeting met Nils Veder spoedden de helden zich naar het pakhuis aan de Rattengang. Daar aangekomen vond er enige discussie plaats over hoe de groep het beste te werk kon gaan. Uiteindelijk werd besloten dat Greruk aan zou kloppen om zogenaamd zijn diensten als vechter aan te bieden, terwijl de vleermuis Menotz een oogje in het zeil hield. Dit leek allemaal prima te verlopen, tot het moment dat de half-orc door twee schurken tegelijk werd neergeworsteld en half-dood in een kooi werd gegooid. Het was blijkbaar niet zo slim van de groep om hun plannen door te spreken vlak voor de deur het pakhuis. Gelukkig hoorden de anderen dat er binnen geknokt werd en maakte Kanuni (voor de verandering eens) snel korte metten van de deur. Hier overmeesterden zij het grootste deel van het geboefte en bevrijdden zij zowel Greruk als de Grijze Katers. Tijd voor rust was er echter niet: rook en het knisperende geluid van brand vulden het pakhuis. Twee bandieten waren verderop bezig met het verbranden van bewijsmateriaal onder leiding van een lange magiër. Ondanks de verblindende rook lukte het onze jongens de twee ellendelingen een kopje kleiner te maken en de magiër in een hoek te drijven. Wat volgde was een lichtflits en een enorme knal...