Aldus, Pantakhan en Horsa gingen op pad naar het Tekenwoud. Vossehand, gewapend met een dure fles wijn en een uitstekend gemoed, praatte hen de oren van de kop en vroeg hen 't hemd van het lijf. Hij lustte er wel pap van.
Pantakhan en Horsa wisten bij de jacht een wild zwijn buit te maken.